U of jij, Sie of du in Duitsland
Toen ik in Nederland kwam, moest ik behoorlijk wennen aan de manier waarop Nederlanders 'u' en 'jij' gebruiken. Voor mij zat er geen logica in. Ik vond het onderscheid in Duitsland duidelijker en eenvoudiger.
Inmiddels is in Duitsland een en ander veranderd en tutoyeer je elkaar zowel op het werk als ook bijvoorbeeld in een winkel.
Hoe je elkaar aanspreekt in Duitsland
In bedrijven, bij de overheid of bij andere instanties bestaat een hiërarchie. Principieel bepaalt degene die hoger in de hiërarchie staat het 'Du'-zeggen.
In Duitsland kent men, net als in Nederland, twee manieren om iemand aan te spreken, namelijk met 'Sie' (formeel) en met 'du' (informeel). In het algemeen wordt iedereen van 16 jaar en ouder met 'Sie' aangesproken.
Ook zakelijke contacten spreek je doorgaans met 'Sie' aan.
- Leidinggevenden spreek je meestal, maar niet altijd, met 'Sie' aan. Degene die hoger in de hiërarchie staat, bepaalt het ‘Du’- zeggen.* Collega's tutoyeren elkaar over het algemeen.
- Het is – anders dan in Nederland – best mogelijk dat in hetzelfde bedrijf de een wel en de ander niet met 'je' en 'jij' wordt aangesproken.
- Er is ook een mengvorm, het zogenaamde 'Hamburgerische Sie'. Dan spreken ze elkaar met de voornaam en met 'Sie' aan. (Tobias, schauen Sie doch bitte einmal nach.)
Een paar tips:
- Met 'Sie' zit je in eerste instantie altijd goed.
- Is het niet duidelijk hoe je iemand aanspreekt? Vraag het beleefd. Bijvoorbeeld:"Entschuldigung, wie handhaben Sie es hier mit dem Siezen und Duzen."(*) Wat je echt nooit doet, is iemand zomaar tutoyeren als dit niet van tevoren is afgesproken.
- Begin je in Duitsland een bedrijf of vestiging? Dan bepaal jij hoe iedereen elkaar aanspreekt. "In den Niederlanden duzen wir uns. Das möchte ich auch hier so halten. Ich heiße David."
(*) 'siezen' - vousvoyeren ('Sie' zeggen)
'duzen'- tutoyeren ('du' zeggen)
Verschillen tussen Nederlanders en Duitsers
Ook aan het begin van een cursus Zakelijk Duits komt de manier waarop cursisten mij en elkaar aanspreken aan de orde. Wij bespreken wat mensen in Duitsland in een soortgelijke situatie tegen elkaar zeggen. Opdat het niet bij theorie blijft, handhaven wij tijdens de cursus in principe de Duitse etiquette.
Wij spreken Duits en we passen de Duitse zakelijke omgangsvormen toe. Dat wil zeggen dat wij elkaar 'siezen' ('u' zeggen) totdat ik het 'du' aanbied.
Een tijd geleden zei een jonge arts tegen mij: "Bitte sagen Sie 'du' zu mir ". Toen hij mij daarentegen bleef vousvoyeren en ik hem daarop aansprak, antwoordde hij: "Maar u bent ouder en u bent de leraar."
Volgens de Duitse etiquette maakte deze cursist een drietal vergissingen:
- Hij bood als jongere de oudere het 'du' aan.
- Hij stelde een asymmetrische verhouding voor. Terwijl hij mij het 'du' aanbood, vond hij dat hij mij moest blijven 'siezen'.
- Hij bood als cursist de leraar het 'du' aan.
@ 1: In Duitsland biedt de oudere de jongere het 'du' aan - niet omgekeerd.
Bij gelijke leeftijd kan de gezagsverhouding bepalend zijn, zodat bijvoorbeeld de afdelingsmanager het ‘du’ aanbiedt aan een medewerker en niet andersom.
@2: Onder volwassenen (vanaf 16 jaar) zijn de verhoudingen symmetrisch.
Mensen tutoyeren (‘du’) of vousvoyeren elkaar (‘Sie’).
Een directeur die door een medewerker met ‘Sie’ wordt aangesproken, zal zijn ondergeschikte eveneens met ‘Sie’ aanspreken.
@3: Een trainer of docent biedt de cursist het 'du' aan - niet omgekeerd.
Het betreft hier een afgeleide vorm van de situatie waarbij de gezagsverhouding bepalend is. Een algemeen directeur of leidinggevende zal het ‘du’ aanbieden aan een afdelingsmanager of ondergeschikte, niet andersom. Zo zal ook de leraar, indien de situatie daartoe aanleiding geeft, het ‘du’ aanbieden aan de cursist en niet andersom.
Hoe stel je voor om 'Du' te zeggen?
Als je elkaar voor het eerst persoonlijk ontmoet, nadat je eerder per e-mail contact hebt gehad:
„Wollen wir uns duzen oder siezen?"
Of heel simpel: „Gerne du", nadat jij je (met voor- en achternaam) hebt voorgesteld.
Als je elkaar al een tijdlang kent, kun je bijvoorbeeld zeggen:
“Ich fände es schön, wenn wir uns duzen würden. Wenn Sie das auf der Arbeit lieber nicht möchten, können wir auch gern beim 'Sie' bleiben."
„Ich könnte mir gut vorstellen, zum Duzen überzugehen."
Formuleer de vraag zo dat de ander de mogelijkheid heeft om het tutoyeren af te wijzen zonder dat de situatie pijnlijk is. Het is niet handig als je iemand tot tutoyeren dwingt. Degene die je wilt tutoyeren mag daarvoor bedanken en aan het 'Sie' de voorkeur geven. Hij zal dit waarschijnlijk kort toelichten.
Wanneer en hoe stel je voor om 'Du' te zeggen?
Meestal stel je op een informele bijeenkomst aan iemand voor om te tutoyeren, bijvoorbeeld bij een borrel, een (bedrijfs-)uitje of (bedrijfs-)feest, een buurtfeest enzovoorts.
Ich heiße übrigens Anne.
Blijf op de hoogte blijven van onze blogs
Geschreven door Anne Kewitsch, oprichter en specialist in maatwerktrainingen Duits