Skip to main content

Hoe je het woord ‘spelen’ gebruikt in het Duits

spelende-kinderen-lopen-achter-wielen-aan

Het idee om deze blog te schrijven, ontstond door een typische fout van cursisten. Een typische fout noem ik een fout die meerdere cursisten maken. In dit geval gaat het om het gebruik van het werkwoord spelen

Om maar meteen met de typische fout te beginnen:

In het Nederlands zeg je: Bij ons speelt dat niet. Of: Er speelt veel meer. Ook als vraag: Speelt er nog iets?

Deze uitdrukkingen vertalen sommigen letterlijk en zeggen: Bei uns spielt das nicht. Of: Es spielt noch mehr. Of: Spielt da noch mehr?

In het Duits gebruik je spelen niet op deze manier. Je vertaalt deze uitdrukkingen als volgt: 

Bij ons speelt dat niet.

     

Das spielt bei uns keine Rolle. / Das ist bei uns kein Thema.

Er speelt veel meer.

 

Es geht viel mehr vor. / Dahinter steckt viel mehr. / Es passiert momentan viel mehr.

Speelt er nog iets?

 

Steckt noch etwas anderes dahinter? / Ist sonst noch etwas los?

Zoals je ziet, komt spelen in de eerste vertaling terug: Das spielt bei uns keine Rolle.

Eine Rolle spielen is een vaste uitdrukking die betekent dat iets belangrijk is. In een zakelijke context kun je bijvoorbeeld zeggen: Nachhaltigkeit spielt bei uns eine wichtige Rolle. (Duurzaamheid is voor ons belangrijk.)  Of bij onderhandelingen: Geld spielt keine Rolle. (Geld speelt geen rol, geld is niet belangrijk.)

Andere uitdrukkingen met spielen die Duitsers gebruiken: 

Er/sie spielt sich auf.

Hij/zij maakt zich belangrijk.

Er/sie überspielt seine/ ihre Unsicherheit.

Betekent dat iemand voorkomt dat anderen iets onaangenaams of gênants opmerken door vaardig gedrag. Je kunt het ongeveer vertalen met je onzekerheid verbergen.

Hoe je spelen verder nog gebruikt

Spelen gebruik je vaak op dezelfde manier als in het Nederlands. Er zijn echter nogal wat uitzonderingen.

Balsporten

Anders dan in het Nederlands gebruik je spelen voor alle balsporten. In het Nederlands spreken we van voetballen, tennissen, golven, volleyballen enz.

In het Duits zeg je: Ich spiele Fußball, Ich spiele Tennis, Ich spiele Golf, Ich spiele Volleyball, Wir spielen morgen Billard.

Als je wilt zeggen dat je zaterdag gaat voetballen, doe dat dan als volgt: Samstag gehe ich Fußball spielen.  Hoe je gaan gebruikt, lees je in deze blog.

Computeren

In plaats van het Engelse gamen kun je in het Duits zeggen: Er/sie spielt Computerspiele.

Films en podiumkunsten

In het Nederlands zeggen we: Welke film draait er in de bioscoop? In het Duits spielt een film:

Welcher Film spielt im Kino?

Ook als je over toneelstukken of opera spreekt, gebruik je spelen:

In Amsterdam spielt ‘die Zauberflöte’.

Woordspeling of woordgrappen – Wortspiele

Je kunt ook met woorden spelen en woordgrappen maken. Soms gebeurt dat onbedoeld. Goed beschouwd zijn valse vrienden een soort woordgrappen – althans voor degene die de humor begrijpt. Als je om de volgende woordgrappen kunt grinniken, beschik je over gevorderde vaardigheden:

Wer mit beiden Beinen auf dem Boden steht kommt nicht vorwärts.

Nicht jeder, der aus dem Rahmen fällt, war vorher im Bilde.

Mancher fasst sich an den Kopf und greift ins Leere.

 

Ik houd van spelen met taal, daarom sluit ik deze blog af met dit mooie gedicht van Christian Morgenstern:  

Ein Wiesel                                                            
saß auf einem Kiesel
inmitten Bachgeriesel

Wißt ihr
weshalb?

Das Mondkalb
verriet es mir
im stillen:

Das raffinierte Tier
tat’s um des Reimes willen.

 

Blijf op de hoogte blijven van onze blogs

 Geschreven door Anne Kewitsch, oprichter en specialist in maatwerktrainingen Duits