Het Duitse ‘Uhr’ betekent niet altijd hetzelfde als het Nederlandse ‘uur’
Er bestaat een grote gelijkenis tussen bepaalde Nederlandse en Duitse woorden. Hierdoor kan het gebeuren dat mensen in het Duits een woord gebruiken dat weliswaar bestaat, maar in een andere context. Een voorbeeld is het woord 'Uhr'.
"De reis duurt een half uur", of "De vergadering begint over een uur", zeg je in het Nederlands.
Dat kun je niet vertalen in: "Die Fahrt dauert eine halbe Uhr" of "Die Besprechung fängt in einer Uhr an."
'Uur' heeft in het Nederlands 2 betekenissen:
- het tijdstip (Het is drie uur.)
- de tijdsduur (De reis duurt een uur.)
Een Duitstalige zal je niet begrijpend aankijken als je tegen hem zegt: "Die Besprechung fängt in einer Uhr an."
Hoe je in het Duits over tijdstip of tijdsduur spreekt:
In het Duits zijn er twee verschillende woorden voor het tijdstip en de tijdsduur:
- Met het woord 'Uhr' geef je het tijdstip aan.
- Met het begrip 'Stunde' geef je de tijdsduur aan.
Voorbeelden:
- Die Besprechung fängt um 15:00 Uhr an. (tijdstip)
- Die Besprechung dauert 1,5 Stunden. (tijdsduur)
- Der Zug fährt um 15:05 Uhr ab. (tijdstip) (Men zegt: fünfzehn Uhr fünf)
- Die Fahrt dauert 2 Stunden. (tijdsduur)
een kwartier = eine Viertelstunde
een halfuur = eine halbe Stunde
drie kwartier = eine Dreiviertelstunde
Ook een klok is 'eine Uhr'
Blijf op de hoogte blijven van onze blogs
Geschreven door Anne Kewitsch, oprichter en specialist in maatwerktrainingen Duits