Zo vertaal je ‘sinds’ en ‘geleden’ naar het Duits
Stel, je wilt over je beroepservaring of opleiding praten of in een presentatie voor een Duitstalig publiek over de geschiedenis van je bedrijf vertellen.
Hoe dan ook, je wilt over gebeurtenissen of handelingen vertellen die in de verleden tijd zijn begonnen of geweest.
Als je over iets wilt praten dat in het verleden is gebeurd, gebruiken we in het Nederlands de voorzetsels ‘sinds’ en ‘geleden’. * lees de uitleg van ‘voorzetsel’ aan het einde van dit artikel.
Bijvoorbeeld:
‘We werken sinds vorig jaar volgens het cradle-to-cradle-principe.’
‘We zijn twee jaar geleden begonnen met het verduurzamen van onze producten.’
Vaak hoor ik cursisten zeggen: Es ist ein Jahr geleden, dass ich …’ of ‘Ich bin 3 Jahr geleden …’.
Dit is niet juist. Maar wat nog erger is, een Duitser heeft moeite om je te begrijpen.
Met welke woorden je over gebeurtenissen in het verleden spreekt in het Duits
In het Duits heb je de volgende woorden nodig:
‘Vor’, ‘her’ en ‘seit’
Hoe je het Nederlandse ‘geleden’ vertaalt
In het Nederlands gebruiken we ‘geleden’ als we over de verleden tijd praten.
Het Nederlandse ‘geleden’ kun je op twee manieren vertalen.
-
Het Nederlands ‘geleden’ met ‘vor’ vertaald
Een paar voorbeelden:
Ik ben een maand geleden met een cursus Duits begonnen. |
Ich habe vor einem Monat mit dem Deutschkurs angefangen. |
|
Ik ben twee jaar geleden naar Hengelo verhuisd. |
Ich bin vor zwei Jahren nach Hengelo umgezogen. |
|
Vijf jaar geleden had ik een skiongeluk. |
Vor fünf Jahren hatte ich einen Skiunfall. |
Tip: Je gebruikt ‘vor’ samen met de verleden tijd:
Ich habe angefangen, ich bin umgezogen, ich hatte einen Unfall.
Je zegt
- vor einem Jahr/ vor zwei Jahren
- vor einem Monat/ vor zwei Monaten
- vor einer Woche / vor zwei Wochen
- vor einem Tag/ vor zwei Tagen
- vor einer Stunde/ vor zwei Stunden
- vor einer Minute/ vor 10 Minuten
-
Het Nederlandse ‘geleden’ met ‘her’ vertaald
Op de vraag ‘Wann haben bei (bedrijf)?’ kun je op twee manieren antwoorden:
- a) Ich habe vor 10 Jahren bei (bedrijf) angefangen. (‘vor’ en de verleden tijd)
Je kunt ook zeggen:
- b) Das ist jetzt 10 Jahre her.
of
Es ist jetzt 10 Jahre her, seit ich bei (bedrijf) angefangen habe.
of
Es ist schon lange her.
Tip: ‘her’ gebruik je samen met ‘sein’.
Dat is 10 jaar geleden. | Das ist 10 Jahre her. | |||
Dat is lang geleden. | Das ist lange her. |
Hoe je het Nederlandse ‘sinds’ vertaalt
Als je over een handeling of gebeurtenis vertelt die in het verleden zijn begonnen, maar nog niet zijn afgelopen, gebruik je ‘seit’. Het duurt nog steeds voort.
Voorbeelden:
Ik leer sinds een maand Duits. |
Ich lerne seit einem Monat Deutsch. |
|||
Ik woon sinds twee jaar in Wassenaar. |
Ich wohne seit zwei Jahren in Wassenaar. |
|||
Sinds dit jaar werken we met SAP. |
Seit diesem Jahr arbeiten wir mit SAP. |
Tip: Je gebruikt ‘seit’ en de tegenwoordige tijd:
Ich lerne seit… Ich wohne seit… Seit diesem Jahr arbeiten wir…
Je zegt:
- seit einem Jahr/ seit zwei Jahren
- seit einem Monat/ seit zwei Monaten
- seit einer Woche / seit zwei Wochen
- seit einem Tag/ seit zwei Tagen
- seit einer Stunde/ seit zwei Stunden
- seit einer Minute/ seit 10 Minuten
Voorzetsels zijn meestal korte woorden die woorden of woordgroepen met elkaar verbinden.
Voorzetsels drukken de relatie uit van de woordgroep waar het voorzetsel deel van uitmaakt met een ander element in de zin.
Hoelang is het geleden dat je Duitse les op school hebt gehad?
Blijf op de hoogte blijven van onze blogs
Geschreven door Anne Kewitsch, oprichter en specialist in maatwerktrainingen Duits